Je bent nog lekker thuis, maar het loopt niet helemaal lekker. Je hebt het gevoel alsof iedereen met het verkeerde been uit bed is gestapt. Hier en daar wordt er gemopperd op elkaar en gezeurd. De kinderen willen van alles, wat jij eigenlijk niet wilt. Ze willen van alles van jou. Je merkt dat je humeur er ook onder te lijden heeft. Je weet dat er in de ochtend nog een verjaardagsfeestje op de planning staat, maar je houdt je hart vast voor als je daar dadelijk bent. Je hebt immers geen zin in dat gezeur als je op het feestje bent. Want daar moet het gezellig zijn. Zo hoort het. En je hoopt zo dat je kind niet aan je been blijft plakken en zelf gaat spelen.

En dan, dan ben je daar op het verjaardagsfeestje. Het gaat tot nu toe goed. Je gaat naar de jarige toe, je kind loopt mee. Je feliciteert het kind, geeft het cadeautje af en gaat bij de andere volwassenen staan. Maar dan, dan komt het moment dat er gespeeld mag gaan worden. Alleen het gebeurt niet. Je kind blijft bij je hangen. Je ziet dat de andere kinderen volop aan het spelen zijn. Je stimuleert het kind om te gaan spelen. ‘Ga maar naar de anderen toe’.

Maar weet je: als we het nu eens van een andere kant bekijken. Sommige kinderen hebben het soms nodig om even de kat uit de boom te kijken. Te zien hoe anderen spelen om daar vervolgens bij aan te sluiten. En wellicht is dat niet meteen na vijf minuten, of misschien ook niet na een uur. Misschien is dat wel pas bij een volgend verjaardagsfeestje. Sommige kinderen spelen alleen maar mee door te kijken en te kijken. En ineens, spelen ze mee. Bijzonder toch?

Praktijk Groot & Krachtig